Het Belgische geïntegreerde LIFE natuurproject (LIFE BNIP) ging van start in december 2015 en loopt tot december 2023. De tweede projectfase (2018 – 2019) is met succes afgerond en er zijn veel projectmijlpalen gerealiseerd. Dit artikel geeft een overzicht van de verwezenlijkingen van LIFE BNIP, gegroepeerd in 7 thema’s.
LIFE BNIP staat voor LIFE Belgian Nature Integrated Project. Het LIFE BNIP-project wordt uitgevoerd in het Belgische deel van de Noordzee (federaal) en het Vlaamse en Waalse Gewest door zeven partners: Natuur en Bos, Natuurinvest, Natuurpunt beheer vzw, DNF, Natagora vzw, Natagriwal vzw en de Federale overheidsdienst Gezondheid, voedselveiligheid en Leefmilieu/milieu.
LIFE BNIP is een strategisch project dat bijdraagt tot het bereiken van de Natura 2000 doelstellingen en de Europese natuurbeschermingsdoelstellingen.
De algemene projectdoelstelling van het LIFE BNIP bestaat erin bij te dragen tot de uitvoering van het prioritaire actiekader (PAF) 2014-2020 met doelstellingen voor Natura 2000. Om deze doelstelling te bereiken, moet een aanzienlijke verbetering worden gerealiseerd op het gebied van governance, capaciteitsopbouw, kennis, uitvoering en financieringsinstrumenten. Daarom heeft het project 7 thematische doelstellingen:
- verbeteren van de Natura 2000 governance
- het opstellen van beheersplannen en actieplannen voor zowel soorten als habitats
- capaciteitsopbouw
- communicatie met belanghebbenden
- het creëren van technische instrumenten en hulpmiddelen
- implementatieprojecten met demonstratiewaarde
- monitoring, met inbegrip van een sociaal-economische effectbeoordeling van de projectacties
Om dit te realiseren is een drievoudige strategie opgesteld.
Het Vlaamse Natura 2000-programma wordt uitgevoerd, inclusief de ontwikkeling van 10 soortenbeschermingsprogramma’s die door Natuur en Bos en de belanghebbenden worden gerealiseerd. Bestaande beheersplannen zijn verder gescreend op EU-habitats. Alle geplande en gerealiseerde maatregelen van deze soortenbeschermingsprogramma’s en strategische beheersplannen worden nu beheerd in een door LIFE ontwikkelde geodatabank. De mainstreaming van het Natura 2000-beleid wordt gerealiseerd door contacten met andere departementen. Zo wordt bijvoorbeeld in samenwerking met het Agentschap voor Verkeers- en Weginfrastructuur een agenda voor de defragmentatie van habitats opgesteld, terwijl voor het uitvoeren van eco-hydrologische studies een nauwe samenwerking met (lokale) waterbeheerbedrijven nodig is.
In het Waalse Gewest zijn grote stappen gezet: Er zijn 18 habitat- en 5 soorten-actieplannen ontwikkeld en goedgekeurd. Samen met de beheersplannen zullen deze de ruggengraat vormen van het toekomstige beleid voor de uitvoering van Natura 2000: deze plannen vormen een leidraad voor de herstelmaatregelen die moeten genomen worden om de Natura 2000-doelstellingen te bereiken. De volgende stap is het uitvoeren van deze plannen in proefgebieden (fase 3). Tegelijkertijd zal een databank worden opgezet. Dankzij het BNIP LIFE zijn aanvullende onderzoeken en noodzakelijke studies uitgevoerd om deze actieplannen op te stellen. Natagriwal zorgt voor de link tussen deze actieplannen en de agromilieumaatregelen (agri environmental schemes).
Dankzij de steun van LIFE BNIP zijn er in Vlaanderen gebiedsgebonden coalities met lokale stakeholders georganiseerd. Dit vergemakkelijkte de uitvoering van de Natura 2000-doelstellingen op lokaal niveau. Stakeholders werden uitgenodigd om deel te nemen tijdens netwerkdagen in 2019 en er werden verschillende informatiekanalen ontwikkeld zoals een website, korte video’s en brochures. Dit zal verder ontwikkeld worden in de derde en laatste fase.
In het Waalse Gewest werd een samenwerking met de stakeholders en andere overheden tot stand gebracht bij het opstellen van de beheersplannen in 18 proefgebieden. De stakeholders leverden ook input in de actieplannen. Er werd een interessante samenwerking met ADEPS (Waalse sportadministratie) opgezet: tijdens de wandelingen en de ritten wordt Natura 2000 gepromoot. De stakeholderanalyse met betrekking tot de Noordzee wordt afgerond en in de derde fase zal een communicatiecampagne worden opgestart.
Ten slotte overlegt de federale overheid met belanghebbenden en administraties zoals de provincie West-Vlaanderen. Dit is essentieel voor een verdere vruchtbare samenwerking en de uitvoering van de Natura 2000-doelstellingen in de Noordzee.
De LIFE BNIP stuurgroep blijkt een zeer waardevol platform te zijn voor de uitwisseling van informatie tussen partners en regio’s. Niet alleen technische en administratieve kwesties worden besproken, maar ook hoe bepaalde doelstellingen kunnen worden gerealiseerd. Dankzij het LIFE BNIP zijn verschillende transregionale samenwerkingsverbanden opgezet, zoals de uitvoering van het soortenbeschermingsprogramma van de grauwe kiekendief of het kweekprogramma van de rugstreeppad. Tijdens de tweede fase vonden er verschillende ontmoetingen plaats met het Duitse en Nederlandse LIFE IP. In oktober 2019 werd door LIFE BNIP een conferentie over ‘Natura 2000’ bestuur georganiseerd, waarin alle 15 lopende LIFE IP-natuurprojecten vertegenwoordigd waren. Het resultaat van deze bijeenkomst? Meer uitwisseling is welkom en het is van essentieel belang dat overheden, die de aanvullende financiering regelen, partner zijn van een IP.
Daarnaast wisselt de stuurgroep ook ervaringen uit op vlak van communicatie. De website www.life-bnip.be is online en werkt als platform voor de uitwisseling van ervaringen en kennis tussen de regio’s en om belanghebbenden te informeren. Het projectteam organiseert workshops tussen de regio’s over verschillende onderwerpen zoals communicatie en monitoring, evenals een interregionale workshop om de bescherming van de grauwe kiekendief zowel in Vlaanderen als Wallonië op elkaar af te stemmen. LIFE BNIP heeft een belangrijke brug geslagen tussen de regio’s (ook de DE- en FR-regio’s) voor de verdere actieve uitvoering van de Natura 2000-doelstellingen. De belangrijkste reden voor deze actieve samenwerking is dat de IP’s op het niveau van het beleid – de uitvoering – opereren.
Voor de allereerste keer in het LIFE-programma zijn er proefprojecten toegekend aan derden. In totaal zijn acht projecten geselecteerd voor een totaal budget van 100.000 euro. Zeven van deze projecten zijn met groot succes afgerond, één project kreeg een projectverlenging van een jaar. Dit nieuwe type actie in het LIFE-programma is geëvalueerd als een actie met een hoge toegevoegde waarde en het is sterk aanbevolen om dit ook in het volgende LIFE-programma op te nemen.
Ten slotte beoogt LIFE BNIP een hefboomeffect te creëren om aanvullende financiering te mobiliseren voor het bereiken van de PAF-doelstellingen. Tot nu toe is vastgesteld dat ongeveer 192 miljoen euro wordt gebruikt voor de uitvoering van het PAF in het kader van het LIFE BNIP.
In het algemeen voert LIFE-BNIP de drievoudige strategie uit zoals gepland.
Natura 2000 governance
In Vlaanderen wordt het Natura 2000-programma opgezet en vormt het de ruggengraat voor de uitvoering van de Natura 2000-doelstellingen in Vlaanderen. In het kader van dit programma zijn tien soortenbeschermingsprogramma’s ontwikkeld die momenteel gedeeltelijk worden uitgevoerd met de complementaire acties.
Er is een Waalse stuurgroep opgericht voor het beheer van de activiteiten en de besluitvorming van het IP. Dit comité bestaat uit vertegenwoordigers van de openbare dienst (SPW/DGO3), de medebegunstigde Natagora en Natagriwal. Gelijktijdig met de ontwikkeling van de Waalse actieplannen voor soorten en habitats en de processen voor beheerplannen wordt een bestuursmodel op een meer programmatisch niveau ontwikkeld dat het mogelijk maakt om het Waalse Natura 2000-netwerk verder te implementeren.
Het federale projectteam voor de coördinatie van het mariene Natura 2000-programma zorgt voor de relatie met de implementatieprocessen van de Kaderrichtlijn mariene strategie (KRM) en het Marine Ruimtelijk Plan.
Habitats en soorten
In het Vlaamse Gewest zijn er 10 soortenbeschermingsprogramma’s goedgekeurd door de minister en worden er 3 ontwikkeld. Deze soortenbeschermingsprogramma’s bieden een wettelijke basis om specifieke maatregelen op het terrein te nemen. Daarnaast zijn er 4 defragmentatieagenda’s (één per jaar) ontwikkeld om de leefgebieden van de soorten met elkaar te verbinden. In het Waalse Gewest zijn 6 actieplannen voor soorten en 16 actieplannen voor habitats ontwikkeld. Deze dynamische actieplannen richten zich op de regionale verbetering van de toestand van de habitattypes en soorten en definiëren de te nemen herstel-, beheers- of wettelijke maatregelen, op welke schaal/op welke locaties, met welke bijbehorende kosten en mogelijke sociaal-economische gevolgen. Voor sommige soorten hebben deze actieplannen de vorm van kant-en-klare projecten. Om deze stappen te kunnen zetten, zijn voor sommige habitats en soorten de resultaten van voorbereidende studies nodig. De meeste van deze studies zijn afgerond (6 van de 8) en de overige studies bevinden zich in de eindfase.
In het Vlaamse Gewest zijn strategische beheersplannen opgesteld. Ongeveer 14.300 van de 15.000 hectare aan terreinbeheersplannen zijn gescreend. Deze screening zal de leemten en behoeften om de natuurbeschermingsdoelstellingen te bereiken gedeeltelijk opvullen. In Wallonië is de ontwikkeling van beheersplannen voor elk Natura 2000-gebied gebaseerd op een goedgekeurd sjabloon en zijn in totaal 101 beheersplannen afgerond. Er worden nog eens 24 andere opgesteld. De beheersplannen worden ontworpen als een dynamisch instrument, waarbij gebruik wordt gemaakt van een gevalideerd versieproces. De beheersplannen moeten de nodige middelen en informatie bevatten om de discussie over het toekomstige beheer van de gebieden op gang te brengen en om verbeteringen ten opzichte van de bestaande situatie voor te stellen.
Capaciteitsopbouw
Capaciteitsopbouw zorgt voor meer kennis en betrokkenheid van belanghebbenden. De partners van het project delen hun visies, kennis en ervaringen op het gebied van capaciteitsopbouw in de projectstuurgroep en via relevante evenementen.
In Vlaanderen organiseert Natuurinvest de interne capaciteitsopbouw van Natuur en Bos met een programma dat gebaseerd is op een opleidingsmatrix. Deze matrix is ontwikkeld om de noden en leemtes in de opleiding te identificeren. Tot nu toe zijn er 211 mensen opgeleid. Voor de externe capaciteitsopbouw van stakeholders en actoren werden de noden van de stakeholders geïdentificeerd en vonden 81 opleidingen plaats, alsook 3 openbare conferenties. Er zijn verschillende instrumenten ontwikkeld of geactualiseerd, bijvoorbeeld de website ‘Ecopedia’.
In het Waalse Gewest heeft de interne capaciteitsopbouw plaatsgevonden door de organisatie van 7 opleidingen voor ongeveer 200 personen. Er werden verschillende workshops over externe capaciteitsopbouw georganiseerd en het webplatform wordt regelmatig geüpdatet.
Communicatie
Communicatie is voor alle begunstigden van cruciaal belang om het bewustzijn van de waarden van Natura 2000 voor de samenleving en van de uit te voeren instandhoudingsmaatregelen te vergroten. Het gaat om zowel interne als externe communicatie met belanghebbenden en actoren op alle niveaus: besluitvormers, administraties, eigenaars, beheerders, vzw’s… Communicatie met het grote publiek is een secundaire doelstelling.
In Vlaanderen werd een intern communicatieplan ontwikkeld door Natuur en Bos, dat tijdens de tweede projectfase werd geactualiseerd. Er bestaan verschillende communicatiemiddelen, waaronder de website www.natura2000.vlaanderen.be, de nieuwsbrief ‘Europese Natuurdoelen’ en verschillende kortfilms. Een specifieke set van acht informatiefiches (‘kompasnaalden’) werd ontwikkeld en verspreid onder de belanghebbenden om hen te informeren over Natura 2000.
In het Waalse Gewest is een communicatieplan ontwikkeld. Er werd een speciale LIFE-IP-webpagina gecreëerd, er werd gebruik gemaakt van verschillende media (bv. YouTube, nieuwsbrieven), er werden drie openbare evenementen georganiseerd en er werden vijf tv-spotjes ontwikkeld én uitgezonden.
Voor het Belgische deel van de Noordzee wordt een communicatiestrategie ontwikkeld om de communicatie en de bewustwording te verbeteren.
Technische instrumenten
Een van de belangrijkste knelpunten bij het beheer van het Natura 2000-netwerk is het gebrek aan gegevens of onverenigbare databanken. Als reactie daarop creëert en verbetert LIFE BNIP instrumenten en databanken voor de follow-up van de uitvoering van Natura 2000, het beheer van de gebieden en de verslaglegging over de toestand van de habitats en de soorten. De gegevensinfrastructuur is aanwezig in Vlaanderen en er wordt een nieuwe strategie ontwikkeld in het Waalse Gewest. In Vlaanderen is een geodatabanksysteem voor de opvolging van de implementatie ontwikkeld: een GIS-gerelateerd boekhoudsysteem van doelstellingen en realisaties. Dit databanksysteem bevat de instandhoudingsdoelstellingen die zijn toegewezen in de beheersplannen, de status van de gebieden, de implementatie en de beoordeling van beheersmaatregelen. Deze worden gekoppeld aan databanken waarin gegevens worden opgeslagen over de instandhoudingsstatus van habitats en soorten. Veldgegevens, gekoppeld aan soortenmonitoring, kunnen dankzij de ontwikkelde webapplicatie gemakkelijk in de nodige databanken worden geladen.
Het databanksysteem CMSI werd aangekocht en werd verder ontwikkeld om te voldoen aan de eisen van de gebruikers. CMSI richt zich op het bewaren van het overzicht van maatregelen in bestaande beheersplannen en het beoordelen hiervan. De raad van bestuur van Natuur en Bos heeft echter besloten om niet langer in dit systeem te investeren. In 2019 werd een nieuw systeem geselecteerd dat in 2020 zal worden aangekocht. De gegevens van de terreinbeheersplannen die reeds in het systeem zijn opgenomen, zullen worden overgezet naar het nieuwe systeem. Dit proces zal geen deel uitmaken van LIFE BNIP.
Implementatie van projecten op het terrein
Er zijn specifieke acties gepland in proefgebieden met een hoge demonstratiewaarde om de actoren te overtuigen bij te dragen tot de actieve uitvoering van de Natura 2000-doelstellingen.
In Vlaanderen worden een aantal acties ondernomen gericht op soorten en habitats. Natuur en Bos voert zeer specifieke maatregelen uit in verband met vijf soortenbeschermingsprogramma’s, terwijl Natuurpunt twee gebieden met specifieke habitats (heide) en soortendoelstellingen (gladde slang, grote modderkruiper) herstelt.
In het Waalse Gewest is de uitvoering van de actieplannen voor soorten en habitats aan de gang. Natagriwal heeft contact opgenomen met landbouwers, boswachters en landeigenaren om maatregelen uit te voeren. Tijdens fase 2 van het LIFE BNIP is Natagriwal actief geweest inzake de contacten met de landbouwers te onderzoeken en zo de personen te bereiken die gevoelig zijn voor deelname aan de doelstellingen van LIFE BNIP. Zo worden er overeenkomsten gesloten en vergunningen aangevraagd. Afhankelijk van het soort maatregelen wordt financiering uit het ELFPO of regionale financiering (POP) aangevraagd.
Wetenschappelijke en socio economische impact analyses
Om de gepaste benaderingen en maatregelen vast te stellen om natuurbeschermingsdoelstellingen op regionaal niveau te verwezenlijken en om het proces van Europese rapportage te ondersteunen, moeten we de nodige maatregelen nemen:
- de wetenschappelijke kennis verbeteren over habitats en de verspreiding en de status van soorten
- studies uitvoeren naar de gevolgen van bedreigingen en naar de sociaal-economische en juridische aspecten
Verschillende wetenschappelijke studies en monitoring zijn opgestart en uitgewerkt, in overleg met de regionale natuuronderzoeksinstituten en externe deskundigen.
In Vlaanderen werden op vijf verschillende locaties vijf ecohydrologische studies opgestart om geschikte herstel- en beheersmaatregelen te identificeren. Drie studies zijn afgerond en twee zijn momenteel in uitvoering. Daarnaast is op diverse andere locaties een hydrologisch onderzoek opgezet. Er is ook een impactmonitoring van de projectacties aan de gang, de eerste resultaten zijn al beschikbaar.
Een methodologie voor de beoordeling van de sociaal-economische impact (SEIA) voor het herstel van de ecosystemen wordt momenteel ontwikkeld. Deze methodologie zal de beheerders van LIFE-projecten en de onderaannemers helpen om een meer gestandaardiseerde SEIA in België uit te voeren.
Copyright van de gebruikte foto’s in dit artikel:
- header afbeelding: Piet Munsterman
- titelafbeelding 1: Martin Mollet
- titelafbeelding 2: Dirk Hilbers